Beste,
Naar aanleiding van ons telefoongesprek laatstleden, waarbij U aandrong op een formele klachtenbrief, dit summiere schrijven omtrent de aard van mijn grieven.
Het moet me van het hart; Ik ben niet graag in de hemel. Het lijkt hier wel een bejaardenhuis. De meesten zijn van zeer hoge leeftijd al, sommigen zitten hier al van voor Christus!
Eerlijk gezegd heb ik mijn bedenkingen hoe de zaken hier lopen. Het is schrijnend om te zien soms. Ze zitten hier allen met rijstpap besmeurde hemden. Men heeft hier blijkbaar nog niet gehoord van wasmachines. Dit tot daaraan toe nog, maar het geroep hier. Een gekrakeel van jewelste! Er zijn hier ook geen technici om de hoorapparaten te herstellen. Laat staan winkeltjes voor verse batterijen. En God heeft voor God gespeeld en aan de hoorapparaten zitten prutsen…
Zouden de heren aandeelhouders eens uit hun glazen bureaus willen komen en met eigen ogen komen zien hoe het hier aan toe gaat! Laatst heeft een prehistorische bewoner een truckchauffeur opgegeten die vol rijstpap zat. Hij is hoogstwaarschijnlijk dement en mist een groot deel van zijn ingewanden. Onverzadigbaar is hij, maar niettemin kan dit geen excuus zijn! Tot op heden is daar nog geen gevolg aan gegeven. Van enige laksheid is hier wel sprake!
De weinige jongeren die hier zitten zijn meestal slachtoffers van ongevallen, waaronder ook ik ten gevolge van een schrijfongeluk, kunnen niet meer dan wat veelbetekenende blikken wisselen. Een conversatie over het weer aangaan zit er bij deze constante kakafonie gewoon niet in. Er is hier trouwens ook gewoon geen weer om over te praten. Zou daar iets kunnen aan gedaan worden? Ik zit ook met de gedachte te spelen om een ideeënbus te installeren.
Wij hebben hier allemaal onze vaste plaats aan tafel. Ik had liever een andere plaats gekregen. Ik zit recht tegenover een man die nooit iets zegt, maar me wel heel de dag met een holle blik zit aan te kijken. Ik word daar nerveus van en krijg het op mijn heupen bij wijze van spreken. Bovendien krijg ik ook letterlijk last van mijn heupen, want de zitting van mijn stoel is versleten. Ik heb wel een nieuwe gouden lepel gekregen. Liever had ik een nieuwe stoel gekregen.
In ieder geval zitten deze jongeren, tot de leeftijd van pakweg vijfhonderd jaar, hier gewoon niet op hun plaats. In de hel zouden ze tenminste nog wat lol kunnen trappen.
Bij deze wil ik met aandrang vragen om mijn zaak eens te willen overwegen om alsnog naar de aarde te kunnen terug keren of op zijn minst een nieuwe stoel te krijgen.
Alvast bedankt,
met de meeste hoogachting,