Laag op laag
van sporen in de verte
evenwijdig aan een romp
loodrecht op een hoofd
dat scheef hangt van verbeelding
afgetekende bergen
op de vlakte van herkenning
als een gewei-van fractalen
vogels in V-formatie
bomen strekkend in lange latten
het Noorderlicht
de boodschapper van de zon
ergens het zuchten
van een mens op papier
schepsels die uit zichzelf vouwen
tot de bestemming van zichzelf
origami met een groeiend grondvlak
en vooral hoe de basis dwingt tot bescheidenheid