Dwalend in de nacht
struin ik door het bos,
gedachten stromen,
kabbelen zacht.
Zoekend naar m'n stem
fluister ik in de wind,
de bomen ruisen,
luisteren stil.
Wachtend op de zon
droom ik van morgen,
sterren twinkelen,
fonkelen fel.
Rakend aan m'n hart
voel ik me geborgen,
kalmte daalt neder,
een nieuwe start.