Surfend op golven van wind, jij vogel zo vrij
In zonlicht kleuren jouw vlerken goud
Aan jou behoort dit heelal waarvan je houdt.
Maar, in de krappe kooi, vogel die gevangen is
Reikt het zicht niet verder
Dan de tralies van jouw ergernis
Met gekortwiekte vleugels, verminkt
Sper je jouw bek open en zingt.
Als angstig gekwetter van de vogel die is gevangen
Dwaalt zijn gezang en onbestemd verlangen
Ver buiten zijn cel naar onbekende oorden
Waar velen zijn roep naar vrijheid hoorden.
Jij, vrije vogel denkt enkel aan briesjes die komen,
Passaatwinden die ruisen door kreunende bomen
Aan dikke wormen als de ochtend gloort
Of het firmament dat jou toebehoort.
Maar, de nachten van het gekooide dier zijn kil
Het spert zijn bek open en zingt
Met gekortwiekte pennen, verminkt
Zijn schaduw slaakt een aangrijpend gegil
Te horen door ieder die vrijheid wil.
(Dit is een vrije bewerking van het gedicht ‘Caged Bird’ van Maya Angelou (1928 - 2014), ‘who often felt that her words were not heard because of the colour of her skin.’)