Geloof en heelal

28 okt. 2021 · 57 keer gelezen · 0 keer geliket

De trein snijdt door de donkere ochtend en de gutsende regen. Achter deze wagons liggen de minuten van een monotoon treinritverleden. Wat vroeger was, hoe vers het ook is, verdwijnt aan een snel tempo uit het gezichtsveld. Het zijn minuten waarvan Steven gelooft dat ze het collectieve geheugen van het universum bepalen. Zijn onuitgesproken theorie stelt dat elke seconde aan menselijke herinnering de grenzen van het heelal verder duwt. Het is een eeuwigdurende expansie van onvervuld verlangen, een opeenhoping van ‘wat als’-vragen, een kolkende massa van immens verdriet en uitzinnige vreugde. Het heelal vormt het vacuüm dat het menselijk bestaan bevat, waarin elke emotie, elke herinnering de verdere leegte vult. Het is een idee dat Steven nog niet uitsprak, en al zeker niet bij zijn vakgroep radioastronomie. Het zou steevast ontvangen worden als één van Steven z’n gekke gedachten, een theorie die hem nog meer als zonderling apart zou zetten.

Ondertussen slaat de regen onverminderd tegen het raam van de trein. Hij volgt met zijn ogen de stroompjes die zich op het venster aan het vormen zijn. Ze glijden en zwellen samen aan tot een rivier. Hij laat zijn vinger over het koude glas glijden en volgt de stroom. Net zoals het verleden in een zwart gat verzwolgen wordt tot materie dat het universum bouwt, zo ontvouwt zich uit dezelfde duisternis een toekomst. Een dag.

Een andere theorie die hij angstvallig voor zich houdt, is zijn idee dat elke mens uniek is en daarom elke mens een volmaakt eindpunt van de evolutie vormt. Elke mens heeft een evolutionair kenmerk dat anderen niet dragen. De éne blinkt uit in het perfecte kopje koffie zetten, de ander in de kortste rij aan de kassa uitkiezen. Sommige mensen hebben de meesterlijke graad van tiran bereikt. En enkelingen lijken al helemaal geen ego te hebben. Volgens Steven zou het veel meer rust rondom zich brengen mocht iedereen berusten in zijn of haar talent, zodat mensen niet blijven hollen en in volle vaart denkbeeldige windmolens najagen. Dit was misschien wel de essentie wat geloof voor hem betekende: deze kleine theorietjes die de dagen dragelijk maakten. Als zoiets als Geloof gedoogd werd, waarom zou hij zich dan niet kunnen troosten met deze lichtzinnige gedachten? Neem nu Johanna. In de jaren waarin ze nu al samen hun leven delen, zijn de kaarsjes die ze brandt nog steeds een aanfluiting van de rationaliteit. Geen enkele kaars zal het lot veranderen. Als wetenschapper kan hij niet begrijpen dat zijn vrouw, doctor in de biochemie, net dat soort geloof zo belangrijk vond. Voor het examen van hun zoon, voor de zieke kat van de buurvrouw, voor de vele slachtoffers van de pandemie. 'Iedereen heeft licht nodig', zegt ze dan terwijl ze nog een theelichtje uit het zakje neemt. Ook bij elke kerk die ze zag, had ze de plotse drang om binnen te lopen en een kaarsje te branden. Hij kon enkel zuchten en hopen dat ze het niet hoorden in de kerken waar de akoestiek zijn verveling zou verraden. Ergens voelde hij een fascinatie voor de uiterlijke schijnvertoning van geloof, maar een soort fascinatie die eerder aanleunt bij walging. Steven vond het getuigen van grote naïviteit en op die momenten lag er een onoverbrugbare kloof tussen hem en Johanna. Geen enkel hoger wezen, was het nu Allah of Ganesha kon menselijk leed verhinderen. Één op de negen vrouwen krijgt borstkanker, één op de tien mannen krijgt prostaatkanker. En één op drie zwangerschappen eindigt in een miskraam. Volgens Johanna was dat laatste een straf van God. Voor hem was het een vaststaand statistisch feit. Steven stelde immers zijn vertrouwen in statistieken en analyses van databases. Die gegevens kunnen de orde van het heelal verklaren. Voor hem bewees het net dat er geen Jezus bestaat, en dat alles kan uitgelegd worden door kennis en onderzoek. Wat we niet weten ligt nog klaar om ontdekt te worden. Fris nieuw onderzoeksdomein waarin hij als wetenschapper naar hartenlust kon wroeten al was hij een zwijn op zoek naar de lekkerste truffel. Het enige licht dat hij aanbad was het blauwe schijnsel van zijn computerscherm waar talloze spreadsheets zijn aandacht opeisten. Dat, en zijn kleine hypotheses die hij met niemand deelde, vormden de basis van zijn geloof.

‘Volgende halte: Leuven’. De stem van de treinbegeleider snijdt bruusk doorheen zijn gedachtenstroom. Het wordt een regendag, en met tegenzin trekt hij zijn regenjas aan. Steven glimlacht kort wanneer hij denkt dat deze regendag-gedachten de grenzen van het heelal alweer wat doen uitbreiden.  

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

28 okt. 2021 · 57 keer gelezen · 0 keer geliket