je verdient niet dat ik de stenen rozenkrans
om je hals hang, je dwing tot een gebed voor Lucifer
dat ik je kaalgeschoren, in een jas van pek en veren
aan een paal knoop, in het vizier van een volk.
je verdient het niet dat ik je geradbraakt,
gebrandmerkt, als een slang in een zak genaaid,
op de ezel laadt, voor een reis naar de afvalberg.
je verdient een lichte straf, maar dan levenslang.