Staande boven aan de trap
nog maar één trede naar het openstaande raam
een veer valt uit mijn vleugels
duikt de afgrond in van een verborgen woning
Onder mijn voeten
schreeuwt een stem
slaapliedjes over verdwijnen
het verdriet is bij haar
De wind naait veren aan mijn vleugels
maar door handen strak om het verleden
verbiedt zij
een opening in het raam