Wat te denken?
Het woord retromingent ken je niet, het bestaat niet eens.
Achterwaarts plassen, als man?
Met een boogje over je schouder,
Door de knieen gezakt, tussen de benen door,
Steunend op één hand en twee voeten, zorgvuldig,
Van op paard of fiets, met een behoorlijke snelheid,
Of doen alsof, en je omdraaien?
Zij lacht een druppel in haar slipje.
Wasbeer, zegt ze, is een voorbeeld.
Een neushoorn kan het ook.
Jij niet.
Alle vrouwen kunnen het,
Maar wij kunnen dan ook meer.
Een aanfluiting, weerleg je,
Ik ben toch je washand en je eenhoorn?
En elke waarheid die uit je lekt
Vang en vat ik
Stilstaand en aandachtig, steunend op mijn andere hand,
Zonder te kijken over mijn schouder of
Diep door de knieën te gaan.
Wat te doen?
Tussen het geroezemoes van roes en roede stroopt het bloed zich op
Ze kronkelt cirkels in rood krijt op mijn borst.
Het gaat alleen maar voorwaarts, jouw leven, houdt ze vol,
Een kwestie van tijdigheid en tijdelijkheid
Niet van eb en vloed en maan en zon.
Belachelijk, spreek je tegen,
Sterren en planeten bepalen jouw koers
Net zo min als de mijne, wij zijn gelijk
Maar niet hetzelfde, ook jij streeft naar de strepen
Die kometen nalaten, en ik verlang naar zwarte gaten
Om me op te slorpen, hier onder de rode kornoelje.
Wanneer, heeft ze het laatste woord, en niet zozeer waar
We stil zijn en zwijgen, en met het hart op de tong,
Ik jou een zoen offer, en jij
Mij de oorsprong van het leven verklaart,
Alleen dan weten we,
Wat te voelen.
meer op www.bijgekleurd.wordpress.com