Hoe kon ik me zelf zo laten inpakken
Het is niet al goud wat blinkt
Terwijl brommertjes geparkeerd
staan te wachten op hun chauffeurs
glijden limo’s op de achtergrond
door de druk bevolkte straat
Ik blijf stoïcijns en staar met een monkellach
naar de wandelaars die mij ontdoen
van de knoop in mijn gewaad
Naakt en glad schijn ik een gouden kalf
Wie mij eert valt niks te vrezen
Armoede noch overvolle autostrades