Jonge vaders kennen dat gevoel van even Superman te zijn. Door de ogen van de -toen nog- kleine kinderen leek het alsof we alles konden. Zo sterk waren we. Kleine meisjes willen niet voor niets met hun papa trouwen.
Aan het werk in de tuin, tussen het groen, waren we even de Hulk. In het zwembad leerden we ze zwemmen en waren we Badman. In huis waren we de Nieuweman. Ook een superheld, maar dat wisten we toen nog niet. Maar jaar na jaar brokkelt dat superheldendom een beetje af. Grote mensen kunnen of weten het ook niet altijd.
Het doet me dan ook plezier dat mijn -niet meer zo kleine- kinderen me onlangs een nieuwe naam gaven. Ik kan het niet laten om bij de geringste twijfel de smartphone te grijpen en op Google het antwoord te zoeken om daarna duiding te geven. Daarom krijg ik deze vraag wel eens voorgelegd. “Googleman, zoek je het nog eens op?” Net als bij Scheire en de schepping, zeg ik dan: “Ik ben aanwezig”. Misschien schuilt daar de kern van de zaak. Aanwezig proberen te zijn. Het is, zeker voor kinderen, al een superheldenstatus of de titel van Googleman waardig.
(een 200 woorden column)