Gordon Blue

20 okt 2018 · 31 keer gelezen · 1 keer geliket

Met een kwartier vertraging bolde de trein het station binnen. Verveeld wrong ik mezelf door de menigte op het perron en begaf me naar de uitgang. Gelukkig zou ik binnen enkele minuten thuis zijn. Toen ik de hoek van onze straat bereikte, viel mijn oog echter op een van de vele reclameborden die de etalage van de slager sierden: “VANDAAG: GORDON BLUE: 3 VRAGEN, 2 BETALEN”. Mijn interesse was gewekt.

 

Ik ging de slagerij binnen en wachtte geduldig. Voor mij stonden er twee dames, van wie ik kon opmaken dat de eerste die avond worst met appelspijs op tafel ging toveren en dat de tweede het op een traditioneel kippetje aan het spit ging houden.

 

Toen het mijn beurt was, keek de slagersvrouw me vriendelijk aan en vroeg: “Wat mag het voor mijnheer wezen?”

“Ik had graag Gordon gesproken, mevrouw,” antwoordde ik al even galant.

Excuseert, mijnheer, dat heb ik niet goed verstaan?”

“Ik had graag Gordon gesproken, Gordon Blue.”

 

Er volgde een pijnlijke stilte. De vrouw frunnikte wat aan het lintje van haar schort, deed alsof ze last had van een droge hoest en vroeg nogmaals:

“Pardon, mijnheer?”

“Gordon Blue, mevrouw. Hij zou er vandaag zijn, had ik begrepen?”

“Euh… Ik begrijp niet wat u bedoelt, mijnheer. Een momentje geduld, ik ga even mijne man halen.”

 

Rood aangelopen verdween ze als de bliksem door de kanteldeur, op zoek naar haar echtgenoot, de slager. De man heette Barry, zo stond in koeien van letters te lezen boven het winkelraam. Een sterslager, nota bene.

 

Terwijl ik de twee enkele zenuwachtige woorden hoorde wisselen in de achterkamer, nam ik de tijd om een kijkje te nemen in hun winkel. De pensen waren met autistische precisie in rijtjes gestapeld, de koteletten flankeerden de bakken bereid gehakt en de boterhamslaatjes vormden een aangenaam kleurenpalet naast de gevogelteproducten. De trots waarmee Barry dagelijks de hompen vlees te lijf ging werd zo naadloos doorgetrokken tot in de toonbank door vrouwlief, Marleen. Ze zag er immers een Marleen uit.

 

Na een vijftal minuten opende een weifelende hand de klapdeur, waarna de rest van het slagerslijf langzaam tevoorschijn kwam, met in zijn zog de nog steeds verbouwereerde echtgenote-verkoopster.

Om het ijs te breken, lachte ik de man innemend toe en groette hem. Niet goed wetend zichzelf een houding te geven, beantwoordde hij mijn groet met een stamelende “Ndag.”

 

“Mijnheer, vergeeft u mijn vrouw, maar er blijkt wat onduidelijkheid te bestaan over uw bestelling,” sprak Barry.

“Geen probleem, mijnheer, geen probleem. Tegen het einde van de dag zijn we allemaal wat moe, natuurlijk,” probeerde ik hem op zijn gemak te stellen.

“Wat had mijnheer gewenst?”

“Ik had graag Gordon Blue gesproken. Hij is vandaag aanwezig?”

 

Nu moest ook de slager toegeven dat zijn vrouw het niet verkeerd begrepen had. Hij slikte even de kikker in zijn keel weg en keek me vervolgens vragend aan. De spanning was te snijden. Liefst zouden Barry en Marleen mij nu zien vertrekken en doen alsof ik nooit hun zaak binnengekomen was.

Ook ik voelde wat ongemak, zij het minder dan hen. Ik besloot te volharden.

 

“Kan ik u anders de loze vinken aanbieden, mijnheer?,” probeerde de slager het gesprek over een andere boeg te gooien. “Of een kilo bereid gehakt? De actie van gisteren, 750 gram kopen, 250 gram gratis, loopt vandaag ook nog.”

“Da’s vriendelijk, maar bedankt. Vanavond staat er pens bij ons op het menu en voor de volgende dagen zijn de inkopen reeds gedaan.”

 

Ook Marleen probeerde mij subtiel op andere gedachten te brengen en wees het dienblad met cordon bleus aan, terwijl ze me bijna smekend toeknikte.

“Eindelijk komt er schot in de zaak,” dacht ik bij mezelf. Desalniettemin weigerde ik vriendelijk haar aanbod en hoopte stilletjes dat ze de link met mijn vraag zou vatten. Mijn hoop bleek echter algauw ongegrond.

“Mijnheer,” besloot Barry, “dan vrees ik dat wij u niet verder kunnen helpen, tot onze grote spijt.”

“Spijtig, maar het is niet anders. Toch bedankt.”

 

Ik maakte aanstalten om de winkel te verlaten en werd hun opluchting bijna fysiek gewaar in mijn rug. Ik keerde mij om. Hun opluchting maakte plaats voor vrees, merkte ik.

 

Aangezien ik nog maar twee keer expliciet naar Gordon Blue gevraagd had, restte er mij volgens de affiche op hun winkelruit dus nog één vraag. “Excuseer, mijnheer en mevrouw, maar aangezien Gordon er niet is, krijg ik dan misschien een vlezeke? Mijn maag begint te protesteren en het avondeten zal toch nog een drie kwartier op zich laten wachten.”

 

Nu vrijwel volledig uit haar lood geslagen, greep Marleen mechanisch naar de boterhamworst, sneed er een plakje af en bood het mij in opgerolde vorm met trillende handen aan.

 

“Lekker… bedankt!,” groette ik hen. Ik legde twee euro op de toonbank en zette toen mijn weg naar huis verder.

 

Die avond sloot sterslagerij Barry uitzonderlijk een kwartiertje vroeger dan normaal.

 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

20 okt 2018 · 31 keer gelezen · 1 keer geliket