Stormweer …
De weerwolf slaat weer toe
Ganzen worden gans verslonden
De ooruil heeft geen oren meer …
Zwangere ooien staan verlamd, ontlamd …
Uitgerukte harten puilen uit harteloze herten
De neushoorn is nog enkel hoorn
Vleugellamme vlinders rillen verkrampt …
Door dicht gebladerte waart de pelsluis …
Ziet hoe alles uiteengereten wordt
Voor ze zich diep nestelt in de vacht van het ondier
Voelt ze de rondspattende resten van de relmuis …
Belust op weerwraak verspreidt de luis haar neten …
Al snel vergaat het schurftige wolfslijf van de jeuk
De drogist die weigert luizenshampoo te verschaffen
Wordt met huid en haar opgevreten …
De krevel is ondraaglijk, het bloed wordt gezogen …
De dolgedraaide duivel springt in de regenput
Terstond verdrinkt het beest maar de luizen niet
Die weken zich los en kruipen gezwind op het droge …
Later hoeven ze niets te verzinnen …
Als ze hun neten zullen verhalen
Hoe je als kleine luis
Het grote grimmige kwaad kan overwinnen …
(Naar het schijnt opgenomen in de gelegenheidsbundel van de Poemtata-poëziewedstrijd 2017)