ik herinner me vooral
haar lompe vingers
en haar gehavende nagels.
haar handen waren puzzels
de stukjes zwierven in haar mond.
maar vooral herinner ik me
haar afgeknotte vingers
haar stompjes
haar dikke vingers.
haar grijpgrage grijptangen.
en hoe ze elke handeling
onhandig deed lijken
hoe elke handeling
onhandig was.
maar ook
het loshangend vel
en hoe ze haar vingers ervan ontdeed
onverstoord
soms nauwkeurig schilde
en beet.
en hoe haar nagelriemen
golfden.
ik herinner me
dat ze vlezige vingers had.
haar handen.
ik herinner me
haar mollige handen.
en hoe ze jaren later
van haar
zijn losgekomen.