“Het gaat niet goed met haar, Tristan, ze is plots erg ziek geworden en is opgenomen in het ziekenhuis. Jouw overkomst zou ze erg op prijs stellen”
“Ik boek meteen een ticket, Harold.”
Terneergeslagen leg ik de telefoon neer. Wat is haar overkomen? Inmiddels beroemd, maar steeds haar eenvoudige zelf gebleven, was zij het die in mijn talent bleef geloven. Dat ik vandaag op vele podia sta, is aan deze muzieklerares te danken. Onlangs vertelde zij mij dolenthousiast over de opdracht die ze van het Concertgebouw kreeg om een pianoconcerto te componeren.
Iets later brak brand uit in haar appartement in de stad. Gelukkig kon ze zich tijdig veilig stellen, samen met Bas, haar lieve labrador. Alles werd vernield. Van haar vleugelpiano bleef geen spaander over. Toen haar echtgenoot nog leefde, hadden ze die samen uitgekozen. “Mag het die Bechstein zijn, lieverd?”
Onvermoeibaar kreeg ze door haar aanstekelijk optimisme met de hulp van vrienden snel een nieuw pand, meubels en een piano aangeboden. Ze had zich meteen terug aan het werk gezet. Toen ik haar laatst zag voor ik naar het buitenland vertrok, werkte ze aan de finale van het concerto.
Op de spoedafdeling kijkt ze mij glimlachend aan: “Je bent er, Tristan. Wat goed. Luister, ik ga het niet lang meer trekken, dat voel ik. Mag ik twee dingen vragen? Kan jij zorgen dat Bas weer een goede thuis krijgt? Ik worstel nog met de slotakkoorden van mijn concerto. Wil je Harold verzoeken om het af te maken?” Ik stel haar gerust en zeg dat ze het binnenkort zelf wel zal afwerken.
De dag nadien overlijdt ze. Bij de première van het pianoconcerto krijg ik te horen dat ik de enige erfgenaam ben van de rechten op haar ganse oeuvre.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.