halman breekt tegels onder mijn voeten
halman kraakt deuren zonder ijzers
met voorhamer sloopt hij de voorkamer
van mijn immer geliefde treurhuis
tinkelbel zingt een wijsje zonder woorden
rijgt het op mijn punthoofd en verdwijnt
door het laatste sleutelgat in huis
ik ben oud geworden, mijn afgetrapte
schaduw volgt niet meer, nu ik behaard
voorovergebogen voor de haard sta
haalt halman met zijn haak uit naar
mijn harige handen en lacht een lach
die in mijn kale gangen blijft hangen
ik kan niet meer de straten op
het puin ligt verslagen languit in huis
langs de hal bereik ik geen kamers
dood en bruid gaan de voordeur uit