( ik zie de vangers van mijn blik
en tel hyena’s in de brem )
ik hoor de gaaien in de wind
en jonge lynxen in mijn stem
de vreemde wezens van het dorp
en vroege wakers in het mos
( ochtendtrance van dansles
actrice in mijn acht kerkzangen )
vogelvrij maar eeuwig
veilig onder vleugels
schepsels zoals jij en mij
met een poemablik en huiswaarts
( ter plekke nog konijnenvuist
bericht dat in een zenuw huist )