Hannelore en de hellehond (6)

7 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

Vrouwen met de naam Hannelore krijgen nooit genoeg van thee. Die avond zette ze alweer een kannetje en nam alvast een kalmteverwekkend zakje uit het doosje met opschrift ‘Passiebloem en Valeriaan, 20x 2g’

 

“Je werd er blijkbaar rustig van, van dat tochtje langs de Stinker en de Blinker”, zei ze.

Daarmee bedoelde ze allicht een glimmende eikel en onwelriekend mannenzaad, en niet dat koppeltje kanalen dat temidden populieren een streep trekt van de Siphon tot in Strobrugge.

 

Ze vond het wel beter dat ieder zichzelf behielp.

“We vinden elk wel een hoekje”, zei ze terwijl ze hete lucht wegblies. De thee was nog te warm.

“Bind me liever vast”, zei ik, “als ik ergens iets beter van wordt, dan is het dat.”

“Na mijn thee”, zei ze.

 

Op de zolderkamer bond ze me vast. “Zo hard je kan”, zei ik. Een koord schuurde over mijn lege ballen en mijn plasser, rond mijn middel en zo verder naar boven, rond borstkast, door de mond en uiteindelijk rond de nek. Met een twee touw bond ze mijn benen vast en dunner koord bond mijn voeten strak bijeen.

“Tot straks”, zei ze en ging witloof stoven.

 

Hespenrolletjes met binnenin witloof rustten in een witte saus. De puree was zacht, wel en fijn gekruid. Cezaar lag in zijn mand en kon nog niets vermoeden. We speelden poker, de kaarten waren rood en zwart, de schelpen geld.

 

Ignace zat in zijn boomhut, draaide met de vingers, bootste na een koekoek, uil, een pauw en een kalkoen. Zelf gaf ik een kus aan Hannelore, dankte voor het eten, legde me te bed en sloot de ogen.

 

 

"Het wordt een zwarte L-vlinder, mijn schat, vergis je niet. Ik zei het tegen haar. Ze vloog de nacht in, landde nog een keertje op mijn schouder, keek me aan met ogen van een zacht katoen. De L, op elke vleugel één, is minuscuul en zwart, de milde vleugelvlakken bijna wit. Ik zie slechts aderen van tederheid. Er zijn geen wolken meer die dreigen. Vlagen willen in zich zure regen niet meer dragen. Vraag mij niets, waarom de tijd verglijden, onmacht aan je vleugels kleven moet. Een vlinder lijdt slechts even na de val."

 

 

 

 

bladzijde zes van

'Hannelore en de hellehond'

(deel 3 van mijn e-boekje'Ricky Minnaerts Somertijd')

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

7 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket