In de grond van mijn hart groeien guitige streken
Het is de lichtvoetigheid waarmee ik lege pagina’s bewandel
die me als strompelaar verder helpt naar de einder
waar er ook voor de wind nog veel te rapen valt
De toekomst is als laaghangend fruit
waarvan de bloesems zijn open gebloeid
tot blozende en glimmende appels
De verbeelding kruipt in mijn kop
als een engelbewaarder in pompende kamers
die zich openen voor de rijpe vruchten
Ik lik het sap van mij af
veeg en kleef het in mijn jonge dagen
op het volgende blanco blad
zodat niemand aan de horizon ooit vergeet van waar ik kom