Men leeft nooit ten volle in het heden. Mensen maken zich vaak zorgen over de toekomst of mijmeren over vervlogen tijden. Soms is men zelfs blind voor hetgeen er zich recht voor hun neuzen afspeelt.
Hoe vaak zeggen mensen niet: ‘Och, kon ik de klok maar terugdraaien.’? Maar het verleden kan je niet veranderen. Je kan enkel iets doen in het heden en hopen dat het je niet zal blijven achtervolgen, dat je de juiste keuzes maakt. Maar wat je in het heden doet kan ook de toekomst veranderen. Door die keuzes. Ja of nee.
Uiteindelijk wordt het heden het verleden en dingen waar je je zorgen over maakte verdwijnen, soms besef je dat die zorgen eigenlijk helemaal niet nodig waren, op andere momenten waren die zorgen terecht en ben je blij dat dat nu verleden tijd is.
En de toekomst wordt het heden. Als kind vraag je je af hoe het zou zijn als je ouder bent. En als je dan ouder bent wil je weer kind zijn. Minder dilemma’s. Minder zorgen. Minder moeilijkheden. Als je ouder bent verwacht men meer van je.
Het heden. Het nu. Hoe ver strekt zich dat eigenlijk uit? Wat je ’s morgens beleeft hoort eigenlijk ’s avonds al in het verleden. Want dat moment is weg. Wat je toen hebt gedaan kan je niet meer veranderen. Dat extra koekje waar je misschien spijt van hebt dat je hebt gegeten is weg.
Maar je kunt dat in twijfel trekken. Een job hebben of studeren hoort ook tot het heden. Maar zie je al die jaren dat je al hebt gewerkt of al gestudeerd hebt als het verleden? Of reken je het tot 1 geheel. Iets dat nu gebeurt?
Als je aan de hogeschool of de universiteit zit hoort het secundair onderwijs tot het verleden, dan mijmer je soms over die tijden, vraag je je af of je wel de juiste studierichting hebt gekozen, of het niet allemaal veel simpeler was in dat secundair onderwijs. Terwijl je waarschijnlijk toch wel heel blij was toen je eindelijk dat secundair schooldiploma in ontvangst kon nemen. Eindelijk verlost van die banden. Klaar voor een nieuw begin. Als je in het secundair onderwijs zit, behoort de lagere school tot het verleden. Een hoofdstuk dat is afgesloten. Je voelt je groot. Eindelijk naar dat secundair onderwijs. Je bent trots op jezelf.
Maar als je in het derde middelbaar zit, reken je het eerste jaar dan tot het verleden of zie je je middelbare schoolcarrière als 1 geheel dat zich in het heden afspeelt?
Je kan jezelf veel vragen stellen over het heden. Je kan het niet exact definiëren. Je kan het niet afbakenen. Het heden schuift voortdurend op, net zoals het verleden en de toekomst. Er komt elk jaar weer een jaar geschiedenis bij. De aarde wordt steeds ouder. Jij wordt steeds ouder. Telkens je een jaar van het ‘heden’ voorbij bent komt er bij het verleden een jaar bij en gaat er bij de toekomst een jaar af.
Maar wat zie je als de toekomst? De tijd die je rest voor je doodgaat? Of fantaseer je ook over dingen die na je dood zullen plaatsvinden? Want dat is ook toekomst.
Je kan eigenlijk op geen van de drie begrippen een exacte definitie plakken. Je kan ze wel beschrijven, er een vaag idee over hebben, maar het valt niet af te bakenen. Het enige dat zeker is, is dat de tijd ongenadig verder blijft tikken.
Het is iets wat bij dieren niet bestaat. Wat de mensen zelf hebben gecreëerd om meer orde te krijgen in het leven. Tijd gaat voorbij. Het schuift op. Net zoals het heden. Net zoals het leven. John Green heeft ooit vanuit de ogen van zijn personage Alaska Young het leven vergeleken met een doolhof:
“You spend your whole life stuck in the labyrinth, thinking about how you'll escape one day, and how awesome it will be, and imagining that future keeps you going, but you never do it. You just use the future to escape the present.”
We gebruiken de toekomst om te ontsnappen aan het heden. En eigenlijk klopt dat ook. Als er iets tegen zit zeggen we vaak: “Het komt wel goed.” Als je ziek bent wensen we elkaar veel beterschap. In de toekomst zal alles wel goed komen. Men focust zich niet op het heden maar op de toekomst, want wat je in het heden doet bepaalt je toekomst.
Je studeert om in de toekomst te kunnen werken.
Je gaat werken om in de toekomst te kunnen overleven.
Alles wat je in het heden doet, doe je om je toekomst beter te maken. Je probeert de goede keuzes te maken want goede keuzes zorgen voor een mooie toekomst.
Maar iedereen maakt fouten, bewust of onbewust. Soms maak je een bewuste keuze waarvan je verwacht dat het de goede is maar uiteindelijk toch niet zo blijkt te zijn. Zo’n keuzes blijven je blij.
“Kon ik de klok maar terugdraaien.”
Dat is de andere kant. Soms blijven mensen hangen in het verleden en doen ze niets om hun toekomst veilig te stellen. Ze mijmeren over dingen die vroeger beter waren. Over wat er zou gebeurt zijn als ze andere keuzes hadden gemaakt.
En dan heb je nog mensen die volgens ‘carpe diem’ leven. Mensen die zich geen zorgen maken over de toekomst, die niet mijmeren over het verleden maar gewoon leven. Mensen die last-minute iets beslissen en niet te ver vooruit plannen. Want plannen kunnen in het water vallen. Ze leven nu. Durven risico’s te nemen. Het zijn mensen die wel zien wat er op hen afkomt. Die zich laten verrassen.
Het leven is een doolhof.
Sommigen zoeken de weg terug. Proberen een afgesloten stuk weer te openen.
Anderen zoeken hopeloos een uitgang, vragen zich voortdurend af wat er zich in het doolhof bevind.
En nog anderen wandelen gewoon rustig rond in dat doolhof en zien wel wat er gebeurt.
Maar ook mensen die volgens het ‘carpe diem’ leven moeten keuzes maken. Een doolhof gaat niet eeuwig rechtdoor. Soms je moet je kiezen tussen rechts en links. Een rustig pad of een wild pad. Een pad met obstakels of een pad zonder obstakels.
Het leven is een doolhof.
En je hebt drie keuzes.
Op zoek gaan naar de toekomst, de uitgang zoeken en ontdekken wat er achter die uitgang verscholen zit.
Je kan proberen terug te gaan, het verleden opnieuw te beleven.
Of je kan leven in het heden. Het doolhof rustig verkennen. Je geen zorgen maken over de toekomst. Niet mijmeren over het verleden. Maar gewoon leven. In het nu. In het heden.