Je zon streelde in mijn ogen
En spiegelde hoop over het stille ven
Wind blies als Noorse kilte
Maar je warmte was mijn gids
Ik hoorde hoge verre dennen ruisen
Zand stoof op en je voetstappen volgden
Ik liep in twijfel en hoorde je naast me
Als mijn vriend die wolken breekt
In de weidse vlakte van grijs en groen
Waar paars niet langer bloeide
Want winter stoeide nu met de ogen
Langs wolken en torens en hoge toppen
Tot zachte dekens toedekten en stilte beloofden
Zo kwam je naast me en verdween je
Langs de heide en de droge kamers van je huis
Als winterwarm maar toch niet thuis
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.