Ik heb geslapen als een verslenste roos
Mijn vingers in bloed gedept
Ik viel uit de toon en vond mezelf
door in mijn droom een ander te zijn
Ik schoot in een kramp
na een plukpartij
waarbij ik rozen op mijn hoed stak
Ik liet ze zitten tot ze verlept
langs mijn wangen gingen hangen
Ik heb ze gedroogd en bewaard
om te water te laten
in een door de maan beschenen glazen bootje
breekbaar maar klaar voor een tedere tocht
tot mijn bloed lang was gestold
en ik mezelf terugvond