De wijnstok laat zijn schaduw los.
Zo langzaam vallen de gele bladeren
dat ze droog en krakerig
de plaveien raken.
Gauw zal het dak van ranken dunner worden,
een rafelig ajour.
Tot er nog slechts bruine takken zijn,
buigend, wiegend, wachtend,
op de snoeier en zijn schaar.