Geen bruidsboeket om te willen vangen
Niemand die vraagt wie de volgende is
Al wie nu weg is, wordt nooit nog gezien
Wenen om vrouwen rouwen om neven
Rinnering reukt nog naar open wonde
Weken lang stil in
achterdachtenis
Drijvende spijt van verdoofde hersens
Zinkend in verdriet
op tranenwater