het bed ruikt naar gisteren
en hoe geladen je vraag
om met je
mee naar boven te gaan
het stapeltje boeken op het nachtkastje
bleef onaangeraakt
maar wat een belezen nacht
je wentelde me in een deken
van uitgesteld verlangen
je blik en je handen
beschreven mijn lijf
met de letters van de verloren gegane tijd
niet morgen
maar van nu af aan
vergaan en verglijden
gaan we op in getijden
de kadans der lijven
je komen en gaan
bedans en bedij me
begrabbel
begrijp me
het bed ruikt naar gisteren en vandaag