alsof er brand uitbreekt
in haar groeiende hart
zo zit ze op de trap
de nacht als bleke wangen
op een draagbaar iemand
die ze kent bij naam
de vrouw die er toe doet
afwezig als een kat op wandel
feiten zijn soms kaal soms
kleurloos tot ze binnen dringen
huid zoekt dan huid en warmte
smelt het mopperen van vragen
kort geleden lijkt het
nog vecht weten met niet weten
huizen geuren naar veraf
en mensen houden zich op afstand
alsof het blussen en kussen van
vuurvlammen in het huis te rood
te pittig het ritme van verplaatsing
op een fiets staand in de gang.