Ze ligt in bed en slaapt nog lekker,
de klok slaat vier uur in de nacht.
Ze weet heel goed: straks gaat die wekker,
steeds veel vroeger dan verwacht.
Ze schrikt heel erg, om zes uur stipt.
Als ze dan opstaat is ze nipt.
Ze heeft geen zin in veel gejaag
maar voelt toch schuld, gewetensvraag.
Ze wil weer stil en klopt.
Haar hoofd draait verder,
de wekker stopt.
Ze is kapot, het gaat echt niet.
Wat ze wil, is keihard schreeuwen:
ik heb veel te veel verdriet!