Als je applaus met een ander beeld moest vergelijken, welk beeld zou dat dan zijn? De danseres stapte been voor been de glimmende metalen kooi in die boven het publiek uittorende. Rode lichten flitsten over haar kniehoge laarzen, haar leren slipje, zwarte handschoenen en glitter-BH alsof de spotlights haar lichaam likten. Onder zich zag ze een vlammende massa zich tot tegen de muren uitstrekken. Ze hield van die ogen die zich aan haar benen optrokken, hongerend naar meer. In de binnenkant van haar handschoenen zaten twee kleine speakers bevestigd. Een bas bromde door de speakers en zinderde over haar handpalmen als een brailleschrift.
Het moeilijkste in dit leven is jezelf zijn. Dat leerde ze op de balletschool. Voor haar stond een rij in roze tutu’s geklede meisjes aan de barre. Aan het schokken van hun schouders wist ze dat ze met moeite hun lach konden inhouden. Bijen, dat waren ze: zo op elkaar afgestemd dat ze wel door één collectief brein moesten worden aangevoerd. Hoe zou het voelen om je hand in een bijenkorf te steken? Hoe zouden hun vleugels zinderen en tintelen tegen je vingertoppen, langs je knokels? De oude balletlerares ging vlak voor haar staan, als een tussenschot tussen haar en de andere meisjes. Ze keek het meisje gebiedend in de ogen en gaf met duidelijke zweepslagen de maat aan. Eén, twee, drie, vier. Het meisje nam diep adem en probeerde met de grootste moeite van de wereld haar passen op de maat te zetten: tendu, à la seconde, drie, vier. Op geen enkel moment liet ze haar blik van die arm los.
De strakke beat golfde van haar handen naar heel haar lichaam. Een hartmassage, dat was het gevoel dat zij zich bij een bas voorstelde, of het dreunen van seks tegen een badkamerdeur. Ze liet haar schouders en heupen kronkelen, streek haar armen over haar lenden, haar buik, haar hals – gegidst door louter de passen die zich in haar hoofd tekenden, de onzichtbare tellen die in elke cel van haar lichaam waren geëtst. Ze wond de kooi helemaal om haar vingers, versierde de tralies tot het publiek in lichterlaaie stond: duizenden lichamen, dampend van het zweet die hun vuisten naar de kooi wierpen en met hun lippen vormen in de lucht kneedden.
Muziek kan je ook voelen, weet je. En je hoeft geen tutu aan te hebben om te dansen. De balletlerares keek haar met een plezierige spot aan: denk je echt dat ik je laat gaan, gewoon omdat je in je jeans en T-shirt naar hier bent gekomen? De grijze, statige dame gebaarde om te wachten. Ze nam de polsen van het meisje vast, opende haar palmen en legde er kleine speakers in. Het meisje voelde de muziek als mieren op haar vingertoppen tintelen. Ze kreeg er tranen in de ogen van – voor het eerst kon ze de muziek lezen, niet alsof ze de woorden van een gedicht las, maar de structuur, het metrum, het rijmpatroon. Ze vloog de oude lerares om de hals. “Ik zei het je toch,” gebaarde de oude dame. Daarna wees ze naar de barre en vormde met één vlakke hand en de ander in een omgekeerde V het gebaar voor dansen.
Gonzende speakers, daar kon je applaus misschien wel mee vergelijken. Alsof je op het hoogtepunt van een nummer met heel je lichaam op een speaker gaat liggen tot je elke bas in je oren voelt beuken en door je maag voelt walsen. Onder haar zoemde de bijenkorf, zinderende lichamen die in een steeds broeierigere massa tegen elkaar schuurden, hun lippen aan elkaars oren brachten en met hun tongen de lucht kneedden. Ze voelde hun voeten in haar handpalmen prikken, voelde hun ritme op haar vingers rillen, naar een hoogtepunt toe.
Net op het moment dat de break insloeg, doofden de spotlights en klikte zij lichtstrips in haar handschoenen aan. Al wat nog te zien viel, waren haar neonblauwe handen die zwevend boven het publiek hiërogliefen in de duisternis printten, poëzie in het ijle.
Kan je het horen?
Hoe de stilte
Van hartslag naar hartslag hinkt
Tussen de passen van je voeten glipt
De voor en de na
Van alles wat bestaat
De lijm die het leven
Tot maten bindt.
Een golf, dat dacht ze. De luchtdruk in haar oor zakte, witte schijnwerpers stortten over de zaal en de speakers in haar handen stopten met gonzen. Onder de soundtrack van haar dreunende hart zag ze duizenden handen in en uit elkaar gaan. Ze zag monden die open gingen en lippen die zich krulden tot O’s alsof ze kringen bliezen.
Een golf, dat was hoe applaus voor haar voelde. Zo’n hoge golf die vanaf de horizon opbouwt en op haar hoogtepunt met één klap op het strand valt als een tevreden zucht. En dan die golf door je heen laten razen en je er volledig aan overgeven. Ja, zo voelde dit moment.