Er werd nu niet zozeer geklopt, maar eerder gekrabbeld aan haar deur. Paarse Roberta veegde haar tranen weg en deed nieuwsgierig de deur open. Blauwe Robert viel morsdood haar huis binnen, zijn lijf met een dozijn pijlen doorboord. Naderende krijgsgejoel werd overstemd door het klepelen van de alarmbel. Het dorp werd aangevallen! Paarse Roberta bewaarde haar kalmte en grabbelde de drie magische voorwerpen bijeen. Om zich heen begonnen al de eerste vlammetjes te likken. Dit was niet het moment om blind geweg naar wat dan ook voor problemen te gaan rennen en Paarse Roberta besloot om al die problemen met een berekend hoofd tegemoet te treden!
Gewapend en klaar voor de aanval, liep ze over een slagveld dat eens haar dorp was geweest. Overal om zich heen zag ze genoeg leed om een heel leven met verdriet te vullen.
"Om dit te overleven," besloot Paarse Roberta. "Moet ik van mijn hart een steen maken."
Gewapend met dit stenen hart en het Onoverwinnelijke Zwaard, hakte Paarse Roberta zich een weg door de rovers. Geen enkele rover kon zich weren tegen deze paarse furie. Het werd donker en de slachting die Paarse Roberta aanrichtte, ging maar door. Bij het ochtendgloren baadde het hele dorp in het bloed.
Met de eerste zonnestralen kwamen ook de eerste dorpelingen weer tevoorschijn. Eerst nog onzeker en bang, maar toen ze merkte dat Paarse Roberta alle bandieten had verslagen, kropen ze massaal uit hun schuilplaatsen. Enkelen rommelden wat rond, sommigen zaten terneergeslagen in de geblakerde ruïnes van hun huis, maar de meesten begonnen puin te ruimen en hadden de hoop om alles snel herop te bouwen. Houthakkers waren praktisch aangelegde mensen die meestal goed wisten wat er gedaan moest worden, maar nu waren ze een beetje verloren... Wat te doen met al die dooie bandieten?
Hier nam Paarse Roberta resoluut de leiding!
"Onze geliefden moeten met alle eer en zorg begraven worden. Alle bandieten worden gecremeerd, hun assen verzameld en begraven in een grote donkere pot."
De gelovige dorpelingen maakten een teken om het kwade oog af te weren. Zelfs het meest kwaadaardige wezen verdiende een waardige begrafenis! Maar de meeste dorpelingen vonden dit een gepaste straf voor zielloze schurken.
"En ik beloof plechtig dat ik er alles aan ga doen opdat ons dorp weer vrij en gelukkig kan zijn!"
Vanaf die dag werd Paarse Roberta gerespecteerd en gevreesd vanwege haar durf en kordate optreden. Ze gebruikte haar nieuw verworven respect en macht om haar dorp op te bouwen, beter dan voorheen! Ze had het trouwens beloofd en op een belofte van Paarse Roberta kon je een huis bouwen.
"Er moet een betere manier bestaan om in alle veiligheid te kunnen wonen en werken?" Zei Paarse Roberta met het Onoverwinnelijke Zwaard in haar hand. Ze keek naar het zwaard en wist wie haar kon helpen. Ze koos vijf jonge mannen en gaf hen de opdracht om door het land te reizen totdat ze de vreemde edelman hadden gevonden. Paarse Roberta gaf een gedetailleerde beschrijving van de man en wenste de boodschappers veel succes bij hun zoektocht. Ze was blij voor deze dappere jongens, want uit ervaring wist ze dat die kerels een geweldig avontuur tegemoet gingen.
Na drie maand kwam slechts één jongeling terug, maar hij had wel de vreemde edelman gevonden. Paarse Roberta heette hem welkom en er werd een voedzaam feestmaal klaargemaakt. Tijdens het dis vertelde Paarse Roberta aan de vreemde edelman wat ze wou bereiken.
"Ik wil het dorp beschermen tegen bandieten, schurken en rabauwen. De dorpelingen moeten zich kunnen verweren en wapens maken. Als edelman bent U onderwezen in de krijgskunst... wilt U ons onderwijzen?"
De vreemde edelman zuchtte bedroefd.
"Ik wil uw dorp graag helpen, maar ik kan dat pas doen nadat ik mijn eigen queeste heb voltooid."
Er welden tranen op in de ogen van de vreemde edelman, maar dat liet Paarse Roberta koud. Ze had een dorp te redden!
"En wat houdt die queeste in?" Vroeg ze koud-zakelijk.
"Het dorp waar u mij naartoe stuurde is getroffen door een vreselijke ziekte: de knuppelkoorts. Ik ben immuun voor deze ziekte en dus vertrok ik, op zoek naar het geneeskrachtige knuppelfruit. Iedere dag dat ik niks vind, gaan er mensen dood. Ik ben al zo lang op zoek..."
Paarse Roberta dacht diep na. In dit seizoen groeide er geen fruit meer aan de bomen. Om de hulp van de edelman te krijgen, moet ik knuppelfruit vinden.
"Deze nacht ga ik het woud in om knuppelfruit te plukken en daarmee kun je de mensen waar je van houdt mee genezen."
Van pure vreugde huilde de vreemde edelman zo hard, dat zelfs de laatste olifanten mee huilden.
"Je moet me wel beloven dat je daarna mij komt helpen!" Voegde Paarse Roberta er streng aan toe.
Door zijn tranen heen beloofde de edelman alles te doen wat Paarse Roberta maar wilde.
Die nacht ging Paarse Roberta, gepakt, gewapend en gezakt het woud in. Toen ze ver genoeg van rondsnuffelende neuzen was verwijderd, opende Paarse Roberta de Diepe Knapzak en begon erin te rommelen. Ze bleef zoeken totdat ze de harige schil van een knuppelvrucht voelde. Met de twijgjes en takjes van een rubberwilg maakte ze een mand en vulde die tot over de rand met vruchten. Voor de zekerheid maakte Paarse Roberta nog drie manden.
De volgende ochtend kwam ze zwaar beladen het bos uit en legde de fruitmanden voor de voeten van de vreemde edelman neer. Vol ontroering huilde die arme man echte vreugdetranen met tuiten. Nadat de tranen gedroogd waren, beloofde hij terug te keren van zodra alle dorpelingen weer gezond waren. Na een maand ongeduldig wachten, keerde hij terug.
Toen begon de geleidelijke transformatie van simpel houthakkersdorp naar een kleine vestingstad. Wekelijks oefende de mannen zich in het krijgsgeweld. Stevige huizen vervingen de armtierige hutten en men begon met de bouw van een dikke verdedigingsmuur. Het bouwen kostte handenvol goud, maar met het Machtige Toverhoutje kon iedere rekening zonder morren betaald worden.
En toch was Paarse Roberta niet tevreden.
De mannen raakten op allerlei manieren gewond: ze verpletterden tussen grote stenen, ogenschijnlijk kleine wondjes werden fataal, mannen werden kreupel door onverzorgde breuken en sommigen forceerden zich zo erg dat ze hun rug braken. Paarse Roberta schreef die ongelukken toe aan het onverantwoordelijke gedrag dat eigen was aan jongens, totdat ze wat beter om zich heen keek. Toen merkte ze dat niet alleen jonge mannen nood hadden aan medische hulp... Oudere mensen die hun hele leven hard hadden gewerkt, liepen als halve lijken rond. Sommige kinderen haalden hun derde levensjaar niet en Paarse Roberta kende heel wat vrouwen die in het kraambed bezweken aan zo'n hevige koorts, dat zelfs het krachtige knuppelfruit niet meer hielp.
Ondanks haar stenen hart had Paarse Roberta veel verdriet om al dit mensenleed en vond dat er een eind aan moest komen. Daarom vroeg ze de vreemde edelman om raad.
"Hoogedele dame," begon de edelman. "Ik kan uw dorpelingen beschermen tegen kwaadaardige mensen maar ik kan hen niet behoeden van ziekte, dood of verderf. Wat u nodig heeft, zijn heksen."
Paarse Roberta dankte de vreemde edelman voor zijn inzicht en ging onmiddellijk aan het werk. Onder de dorpelingen zocht ze vijf jonge vrouwen uit. Die kregen de opdracht om de vijf heksen te vinden en ze te overhalen om in het houthakkersdorp als genezeressen te komen werken.
Paarse Roberta was een beetje jaloers op de vijf vrouwen. Ze koesterde de hoop zelf ooit nog eens te reizen en misschien zou ze haar ouders, broers en zussen terugvinden... Helaas had ze verantwoordelijkheden in het dorp en moest ze, wederom, van haar hart een steen maken.
Na drie maanden van pijn en leed, stonden daar plots de heksen voor de nieuw gebouwde stadspoort. De jongedame die hen begeleide, was compleet omzwachteld. Paarse Roberta had medelijden met het gewonde meisje, maar het sterkte haar wel in de overtuiging dat de heksen bekwame genezeressen waren. Ze nodigde hen uit voor de thee en legde hen de situatie uit.
"Wij begrijpen uw grieven." Kraste Agaat de opperheks. "Maar helaas kunnen we U niet helpen." De vier andere heksen keken beteuterd voor hen uit.
"Waarom?" Vroeg Paarse Roberta nogal bars. Ze had moeite om haar woede te beteugelen.
"Dorpelingen uit een modderdorp hebben ons zwaar mishandeld en zij hebben onze bundels met medicijnen afgepakt. Zonder medicamenten kunnen we niemand genezen." Met het einde van hun verhaal begonnen de heksen te huilen.
Paarse Roberta dacht diep na.
"Luister wat ik ga doen," zei ze plots. "Deze nacht ga ik naar het woud en ga enkele stevige knuppels voor jullie maken. Daarmee kunnen jullie die modderdorpelingen een afstraffing geven die ze zich nog lang zullen heugen."
Zo gezegd, zo gedaan. Die nacht ging Paarse Roberta voor de tweede keer het woud in. Toen ze ver genoeg van spitse oren was verwijderd, zocht ze vijf grote en stevige takken uit. Ze schraapte voorzichtig vijf metaalsplinters uit haar Onoverwinnelijke Zwaard en verstopte die in de knuppels. Ze hoopte dat de kracht van het zwaard daarmee door de knuppels kon laten stromen.
De volgende ochtend strompelde Paarse Roberta, gebukt onder het gewicht van vijf lompe knuppels, het dorp in. De heksen probeerden de knuppels uit en deden dat, tot tevredenheid van Paarse Roberta, niet slecht. Het was alsof ze hun hele leven niets anders hadden gedaan dan mensen de kop in te slaan. De heksen dankten Paarse Roberta voor de wapens en vol vertrouwen gingen ze hun medicijnenbundels terug claimen.
Voor Paarse Roberta ging de tijd niet snel genoeg voorbij. Uiteindelijk stonden de heksen, triomfantelijk met hun medicijnen zwaaiend, terug in het houthakkersdorp. Zonder verdere plichtplegingen gingen ze onmiddellijk aan de slag en al na enkele weken was er een zichtbare verbetering. De gewonden genazen zonder complicaties. Oudere mensen liepen iets makkelijker rechtop. Op de wangen van de kinderen verscheen een gezonde blos en zwangerschappen eindigden steeds voorspoedig. Paarse Roberta moest erkennen dat de heksen bijna miraculeus te werk gingen.
En toch was Paarse Roberta niet tevreden.
De kinderen, gezond en vol kattenkwaad, begonnen een probleem te vormen. Ze riep de vreemde edelman en de heksen bijeen en vroeg hen om raad.
"We moeten de kinderen van de straat houden, maar hoe?"
"Ik kan enkele jongens opleiden tot Verdedigers Van Het Dorp, maar niet meer dan twintig tegelijk." Zei de vreemde edelman.
"En wij kunnen een paar meisjes opleiden als genezeres." Kakelde de hoofdheks.
"Dat betekent dat er nog een hele hoop kinderen rondlopen zonder doel. Waar moeten die dan naartoe?"
"Die moeten naar school." Zei de vreemde edelman vol overtuiging.
"En monniken zijn de beste leraren in deze wereld." Declameerde Agaat, krassend bijgestaan door haar vier kompanen.
Paarse Roberta dankte haar vrienden voor het advies. Gelukkig kende ze drie blinde monniken die wel geknipt zouden zijn.
Paarse Roberta wou dolgraag zelf op zoek gaan naar de monniken, maar het dorp had haar ijzeren vuist nodig om de onhandelbare jeugd in te tomen. Daarom koos ze vijf jong getrouwde koppels uit die de monniken gingen opsporen. Ze was nijdig en jaloers maar verborg dat onder een vrolijk masker. Na drie maanden van relletjes en pesterijen, bracht één koppel de drie blinde monniken voor Paarse Roberta. Ze begon haar geduld te verliezen en wou zo snel mogelijk aan de slag... maar de monniken hadden daar hun eigen idee over.
"We zijn vereerd en willen graag helpen. We keren onmiddellijk naar ons klooster terug om boeken, papier en schrijfpennen op te halen. Er is wel een klein probleempje."
"Daar gaan we weer." Zuchtte Paarse Roberta en met tegenzin vroeg ze wat dat probleempje wel was.
"Kort gezegd: onderwijs kost geld."
"Als dat het probleempje is, dan presenteer ik jullie morgen de oplossing." Zei Paarse Roberta. "Ga naar bed en rust goed uit, want morgenvroeg ga je om het schoolgerief."
Die avond ging ze voor de laatste keer naar het woud en raapte, ver weg van kijklustige ogen, twijgjes en takjes op. Met haar Machtig Toverhoutje transmuteerde ze de houtstukjes in goud. Tegen het ochtendgloren had ze een flinke stapel en keerde terug naar het dorp.
De monniken waren verbaasd bij het zien van zo'n schat en beloofden zo snel mogelijk terug te keren. Voor Paarse Roberta was zelfs dat te lang en probeerde haar teleurstelling voor zich te houden. Uiteindelijk, na één maand met onlustjes en brandjes, stonden de monniken voor de stadspoorten. Ze menden enkele karren vol schoolspullen en hadden zelfs extra leerkrachten mee. De kinderen protesteerden en mopperden, maar door de strenge invloed van ouders en leerkrachten begon de opstandige jeugd te kalmeren.
Het armtierige houthakkersdorpje had een ware metamorfose ondergaan en ieder jaar werd het leven beter. De mensen waren veilig, leefden gezonder en jaar na jaar werden ze ook slimmer.
En toch was Paarse Roberta niet tevreden.
Er groeide een verlangen in haar waar ze geen gehoor aan kon geven. Ze wou op reis... maar iedere keer als ze dacht vrij te zijn, kwam er een nieuw probleem op de proppen. Ze was een leidinggevende held in haar dorp en beloofde iedereen te helpen die om haar hulp vroeg. Ze had spijt dat ze, nadat Blauwe Robert morsdood haar huis binnenviel, niet haar dorp was uit gevlucht. Dat knaagde aan haar.
En zo knaagden de jaren voorbij. Met iedere ademtocht werd Paarse Roberta een beetje grimmiger. Naar haar einde toe, maakte ze de balans op van haar leven.
Paarse Roberta had vele dingen gedaan en had maar van weinig dingen spijt. Er waren goeie dingen, grootse dingen, veel kleine dingetjes en enkele verschrikkelijke dingen.
Haar dorp had het overleefd en was uitgegroeid tot een welvarend stadje. Ze kon trots en blij zijn met haar verwezenlijkingen. Maar toen dacht Paarse Roberta terug aan alle pijn uit haar lange leven. Er was de dood van goeie vrienden en het leed van haar dorpelingen. Het waren wel dingen waar ze geen vat op had, maar waar ze zich evengoed verantwoordelijk voor voelde.
Paarse Roberta had toch van een paar dingen spijt en terwijl ze diep nadacht, daalde ze af naar het donkere deel van haar ziel.
"Ik heb mijn leven opgeofferd aan dit dorp, maar ten koste van wat? Ik heb mijn familie nooit teruggevonden. Ik heb het plezier van het reizen nooit meer kunnen proeven. Nooit heb ik van de liefde kunnen proeven. Het opgroeien van eigen kinderen... Allemaal gemist."
Paarse Roberta had van heel veel dingen spijt.
Ze moest vrij zijn!
Op dat moment besloot ze om haar oude leven achter zich te laten. Moeizaam pakte Paarse Roberta al haar waardevolle spullen bijeen en zwaar beladen ging ze op pad. Met slepende tred hinkte ze naar de stadspoort, regelmatig halt houdend om op adem te komen en afscheid te nemen van haar dorpelingen. Paarse Roberta was niet meer van de jongste en haar krakende botten verdienden af en toe wat rust. Met veel moeite had ze eindelijk de poort bereikt. Het felle zonlicht stroomde haar tegemoet terwijl ze diep hortend ademhaalde.
Paarse Roberta zette drie passen voordat ze dood neerviel.
Er was geen tijd meer voor een laatste gedachte.
Er was geen tijd meer voor spijt.
Het was gewoon... veel te laat... voor alles.
*Waarom dit einde?*
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.