Op een boomstronk bij het riviertje ligt hij te zonnen om beter zijn eten te verteren. Aangetrokken door de goudkleurige schubben, landt de zwarte libelle als een volleerde helikopterpilote net voor zijn neus.
Leguanen zijn vegetarisch. Met een volle buik interesseren insecten hun slechts matig.
‘Weet u wel dat dit een sprookjesbos is’, zegt de libelle.
‘En of ik dat weet’, antwoordt de leguaan.
‘Nou, hier gaan we dan’, zegt de libelle. Ze draait driemaal om haar as en verandert plots in een beeldschone prinses die een oogverblindend soiréekleed draagt in zwarte kant.
‘Wat dacht u hiervan?’ zegt ze en kijkt neer op de leguaan.
‘Ok, meissie’, zegt de leguaan. Terwijl zijn staart afvalt, knippert hij driemaal met zijn ogen en verandert in een knappe prins die een goudgroen brokaten pak draagt.
‘En nu moeten wij trouwen’, zegt de prinses.
En dat deden ze en leefden nog lang en gelukkig.