het blad op de grond dat daar ademt
het is gevallen
maar het leeft nog
weggelopen ben ik niet
verder getrokken, ja
ik weet niet meer hoe het kwam
op het aardoppervlak onderweg
door holtes en ontworteld merg
door harsaders van bomen
door ogen van mos
door balsem voor onze wonden
dat het leven zelf kracht heeft
kan ik hier voelen
een thuisloze westerling tussen bloemenweiden
op zoek naar iets groter dan
de hemel
plots een herinnering, een stem
ik fluister
ja, dat zou kunnen
ik voel een steen slepen in mijn keel
schrapen aan de wand
eeuwigheid echoot langs mijn binnenkant
het is pas later dat ik er woorden voor leerde en zei:
inwatering
en
elke kassei zat ooit in een berg
stenen kennen levensverhalen
van standbeelden, van hoogvlakten
mineralen dragen kristallijnen in hun weerbaarheid
ivoor verlangt naar de gerimpelde huid van olifanten
hout kent het hart van de stam
erts kent goud en diepzees geheimen
parelmoer herinnert zich haar schelpen
rijsthalmen ruiken naar vrijheid van velden
zaden zullen over onze toekomst vertellen
maak iets dat langer houdt dan je bestaan lang
uit aarde
uit groter dan jezelf
maak er met ons een leven van