Het leven is een ei

23 dec. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Dat de zonnebril van de man niet stuk is, klopt ergens wel, het is immers een pilotenmodel. Maar dat de man rechtkrabbelt aan de voet van de wolkenkrabber, dat hij zelfs geen schram heeft opgelopen, is fysisch onmogelijk.
Hij is het middelpunt van een kleine volkstoeloop, mensen die hem bezorgd of verbaasd aanstaren.
‘Mijnheer,’ begint een vrouw.
De man negeert haar, hij negeert al die mensen. Wat zou hij hen meer kunnen vertellen dan dat hij een totale sukkel is? Over een balustrade kruipen en zich de diepte instorten, hoe moeilijk kan het zijn?
‘Mijnheer,’ probeert ze nog eens, ze grijpt zijn arm.
Hij rukt zich los.
‘Bent u echt oké? Moet ik een ambulance telefoneren?’
Nee schudt hij, nee, vooral niet.
De vrouw dringt niet meer aan, ze zet een stap opzij. Andere omstaanders schuifelen wat achteruit.
Er gaat een rilling door de man heen wanneer hij merkt dat ze plaats maken voor een pinguïn.
Het is een kleine pinguïn met bemoeizuchtige kraaloogjes. ‘Jij daar,’ de pinguïn steekt zijn borst vooruit, ‘jij bent pretentieus.’
Er klinkt gemompel in het groepje omheen de man.
De pinguïn kijkt in het rond en wappert met zijn vleugel. De omstaanders verspreiden zich prompt. De man blijft alleen met de pinguïn achter.
De pinguïn schraapt zijn keel. ‘Het is heel eenvoudig: ik zwem en ik loop. Zo is het bedoeld en zo handel ik, op vliegen zal je mij nooit betrappen. Jij als mens dient je net zo te gedragen. Uiteraard loop je beter dan ik, maar dat wordt gecompenseerd door jouw mindere zwemkwaliteiten.’
‘Ik wilde enkel zelfmoord plegen,’ zegt de man.
‘Wie zich van een toren stort om zelfmoord te plegen, vliegt niet. Jij bent ongedeerd, jij hebt dus gevlogen.’ De pinguïn kijkt de man diep in de ogen.
‘Ik zit strop. Ik moest gewoonweg springen.’
‘Vliegen.’
Er volgt een ongemakkelijke stilte.
‘Ik wil dood, echt,’ herneemt de man. ‘U moet me geloven. De baas had me bij zich…’
‘Waaraan doet een ei je denken?’ blokt de pinguïn het betoog van de man af.
‘Een ei?’ Verrast hapt de man naar adem.
De pinguïn knikt bemoedigend.
‘Ik weet niet,’ vervolgt de man. ‘Een ei wordt uitgebroed en er komt een vogeltje uit. Dat pikt het ei eerst stuk natuurlijk. Of is het de moedervogel die dat doet?’
‘Het leven is een ei. Daar zou het woord ei je aan moeten doen denken.’ Hij blikt zelfvoldaan in het rond, maar er zijn geen toeschouwers. Voorbijgangers haasten zich langsheen het duo en besteden er nadrukkelijk geen aandacht aan.
‘Dus geen moedervogel,’ mompelt de man, hij speelt peinzend met zijn zonnebril. ‘Als het leven een ei is, dan is het feit dat ik nog leef een teken?’
De pinguïn reageert niet, staart hem geconcentreerd aan.
De man haalt diep adem. ‘Dus ben ik eigenlijk opnieuw geboren?’ Hij knikt nu plots overtuigd. ‘U, mijnheer de pinguïn, bent een soort boodschapper die mij een herkansing brengt. Ik mag nog niet dood. Mijn problemen moet ik aanpakken, dat is wat ik moet doen, ja? Ertegenaan gaan. Iedereen heeft wel eens een slechte dag op kantoor, iedereen verliest wel eens zijn job.’
De pinguïn schudt ontkennend het hoofd. ‘Ik herhaal, het leven is een ei. Jij hebt mij onsterfelijk belachelijk gemaakt en dat pik ik niet.’
‘Dat was niet mijn bedoeling, echt niet. Ik ben u net heel dankbaar omdat u mij doet inzien dat ik fout zat, dat alles nog zin heeft. Ik moet er nog verder over nadenken, natuurlijk. Maar ik voel hoop, echte hoop. U beledigen wilde ik niet, helemaal niet. Sorry daarvoor.’
‘Een eenvoudig excuus volstaat niet om deze schande uit te wissen. Dat begrijp je toch?’
‘Ja, dat hangt van u af natuurlijk, hoe u genoegdoening wenst te krijgen. Ik ben bereid daar ver in te gaan omdat u hier mijn leven redt, met uw inzichten.’ De man steekt een sigaret op.
‘Je had niet mogen vliegen.’
‘Ik weet het, ik weet het. En toch heeft het een positief gevolg. Ik leef nog.’
‘Je had dat echt niet mogen doen.’
De man geniet van zijn sigaret, de eerste van zijn nieuwe leven. Het lachen met pinguïns is bij wet verboden, maar gewoonlijk eindigt dit soort zaken met een minnelijke schikking.
‘Het is dus duidelijk wat er moet gebeuren,’ neemt de pinguïn een plots besluit.
De man tikt wat asse op de grond.
‘We moeten alles overdoen met de logische gevolgen ditmaal.’ De pinguïn knijpt zijn oogjes samen.
‘U bedoelt…’ De man trekt bleek weg en laat zijn sigaret vallen. ‘Nee, dat kan niet. Ik wil niet meer dood. Ik ben net opnieuw beginnen leven. Dankzij u.’
‘Uw besognes laten me koud, het leven is immers een ei. Volg me maar.’ Zonder op of om te kijken, waggelt de pinguïn naar de ingang van de kantoortoren.
De man blijft staan. Hij is niet van plan opnieuw te springen, echt niet.
Aan de toegangsdeur draait de pinguïn zich om, keert terug op zijn stappen. ‘Je hebt geen keuze,’ insisteert hij, ‘dat besef je toch?’
De man blijft koppig staan.
De pinguïn schenkt hem een vernietigende blik, waarna hij zich naar een politieman haast die even verderop staat. Er ontspint zich een geanimeerde discussie waarbij ze uitvoerig naar de man en de toren gebaren.
De man wacht op wat komen gaat, vluchten heeft geen zin. Hij hoopt dat de politieman hem van die vervelende pinguïn zal verlossen, dat hij de zaak van mens tot mens zal willen regelen.
Even later wenkt de politieman hem. ‘Mijnheer, lachen met pinguïns is verboden. Dat weet u toch?’
‘Maar ik wilde…’
‘Vliegen! Stel u voor,’ de politieman pauzeert, slikt zijn ergernis weg. ‘Wat deze pinguïn u als genoegdoening vraagt is bijgevolg niet onredelijk. Ik zal u naar boven begeleiden.’ Hij legt zijn hand dwingend op de arm van de man en samen verdwijnen ze in de kantoortoren.
De pinguïn blijft beneden. Hij wacht.
Enkele minuten later stort de man te pletter op het voetpad.
De pinguïn knikt goedkeurend, raapt de zonnebril op en waggelt weg.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

23 dec. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket