ik teken zorgvuldig, vanop afstand, een lijn rond jou
een omtrek is beter gezegd, want een synoniem daarvan is 'nabijheid' en dat wil ik
het liefst
je bidprent – neen dat is het niet want jij geloofde niet in gebeden maar misschien durf ik niet zeggen wat het eigenlijk gewoon echt is, je doodsprent –
je doodsprent is afgebakend en nabij
gelijkaardig aan hoe ik de waarheid tracht te vatten
dan teken ik je witte krullen
je fier gekruiste armen
je stijlvolle bril
de paarse zakdoek die een beetje uit je kostuumvestzak stak
je strik
je glimlach
je zag er onvergetelijk goed uit
tussen iedereen die hoe dan ook mooi was, het was simpelweg een mooie dag
op de trouw van je zoon, papa
als laatste teken ik het licht dat op jou scheen
het blijft schijnen
en ik blijf kijken
uit alle hoeken van de kamer
naar je kijken
helpt
om jou opnieuw tegen te komen
het is intussen al te lang geleden
zo lang duurde de tussentijd nooit
eerder
verplaatsen durf ik je doodsprent – nu ik durf zeggen wat het is, wil ik ook vooral zeggen wat ik vind dat het is en dat is boven alles een mooie foto van jou – niet
dan ben je weg waar ik je het laatst zag, dat lijkt zo echt
dan kom je op een andere plek weer terug
en dat weet ik te goed, dat dat niet kan
net zoals wanneer ik je soms nog roep
“papa?”
alsof je nog terugkomt
alsof je er bent, nabij zelfs
en elk moment “ja?” kan antwoorden