Hun lach en nieuwsgierigheid hangen gul over tafel
Het schilderkind ademt diep voor het aanblazen
De kaarsjes staan rood in de ronde
Zijn leeftijd staat al in brand
Is er een verband tussen familie en jaloezie
Zijn ze jaloers op de kindertijd
De kaarsen verlichten het licht
van de jonge en de oude jaren
Hun geweten is nog niet bezwaard
door bommen, granaten of psychopaten
Chocotassen wachten op gulzige monden
tot vaders blik goedkeurend de rook ziet verdwijnen