De aarde draait zich soezend
op de warme schoot van de zon
loeiende wellust
breekt aan met het gloren
de gloeiende trilling
schuift de horizon open
ontsluimerende vingers ochtendlicht
haken de voile van de bloembedden los
een lobelia pronkt
met haar ontluikende decolleté
loom en gedwee
slaat zij haar jurkje open
op haar volle rode lippen
valt een zware dauwdruppel
lillend valt haar mond open
haar orgaan knikt even hitsig op en neer
geheid een ja
de liezen reeds vol nectar
en de eerste bijen zwermen bereids
om zoveel lichtheid van bestaan
de buurman weet wat komen gaat
en zet zijn baard al open