Achter de gevels
Het grijs van de dagen
Het zwart van de nacht
Het rood van het gluren
Het blauw van de uren
Het geel van lantaarns
De planten hangen verward hun blad
op de vensterbanken te luisteren
Ze wachten op eenzame nachten
De lampen verlichten de huid van de muren
De kasseien wenen in de leegte