Verdwaalde sporen
krassen lukrake krabbels
in het rulle zand
verdwijnen
aan de einder
in dwarrelend stof
voor altijd en eeuwig
genadeloos
opgelost
In dit land
van blauwe bergen
waar een bleke zon haar licht
van honing spreidt
en weemoed schreit
in verdoofde hoofden
gaan we ieder onze weg
Jij naar links
ik naar rechts
Ooit zullen onze sporen
in het niets vergaan
zal de tijd
ons beeld vervagen
alsof jij en ik
nooit hebben
bestaan