Mijn knokels kleuren wit. Met kalmte die moeite vraagt, sla ik linksaf. Mijn hartslag bonkt in mijn keel. Een blik in mijn achteruitkijkspiegel leert me dat de straat uitgestorven is.
Ik blaas fors uit.
Stapvoets rijd ik voorbij het eerste etablissement. Mijn blik glijdt over de schaars geklede lichamen, pronkend onder de neonverlichting. De zwaar opgemaakte ogen volgen me, de flink aangezette lippen werpen kwistig allebei soorten glimlachen. Ik ontmoet de blik van het tweede meisje van rechts. Schijnbaar onschuldig werpt ze handkusjes. Kriebels fout genot racen door mijn aderen.
Ik voel mijn lid zwellen.
Stilstand.
Plots getoeter.
Een volvo steekt me voorbij. De bestuurder masturbeert vuil grijnzend de lucht.
Plotse misselijkheid klotst in woeste vlagen.
Ik haast de versnellingspook in eerste.
Plankgas.