Het waren die kankerkinderen van Kanaän
Alweer.
Ik had nog zo gehamerd:
“Gooi de hoorn op de haak”
Maar zij bliezen: “Jericho, Jericho, Jericho!”
en wierpen de haak over de muur.
Dra had de poort geen muur meer
en door de deur drongen ze binnen.
En zo verloren de kinderen hun onschuld,
de mensen hun leven
en de God zijn bestaan.
Het was in die chaos dat het vuur geboren werd.
Hij noemde zichzelf Sion, huis van alle zonden:
in dit huis vloekt men wél: amen en fuck off.
Hij was de stem die nacht, hun daden en denken.
Hij was hun nieuwe thuis.