Het monster van Plopi

27 okt. 2020 · 35 keer gelezen · 1 keer geliket

 

Markus Couckcouck en Hans Hoerbon zijn managers. Zij weten alles over geldmennerij, over goudliefde en het spook van de hebzucht.

Beiden waren aanwezig op een openbare veiling van gedrochten die plaatsvond op een aprilse donderdag. In Transnistrië. Geveild werden levends wezen, de meest bizarre klonen en kruisingen. Ginds kan dat.

Want Transnistrië is een schurkenstaat. Het noemt zichzelf een land, scheurde zich in 1990 af van Moldavië en werd sindsdien enkel erkend door meneer Poetin. In tegenstelling tot de heren Couckcouck en Hoerbon, hoef ik de naam van Vladimir Poetin niet te veranderen.

Vladimir hoef ik immers niet te vrezen. Die narcist is een marionet van zichzelf en heeft dat niet eens door. Ik heb zijn foto ook op geen enkele van mijn strategopionnen geplakt en dus kan hij mij in geen enkele natie laten vervolgen voor godslaster.

De veiling van bizarre aardse creaturen vond plaats in een horecazaak te Plopi. Dat dorp ligt in het noordoosten van Transnistrië, op twee kilometer van de Oekraïnse grens en net zoals het ganse grondgebied van Transnistrië is ook Plopi van strategisch belang voor Rusland.

Net als elk gedegen onderzoeksjournalist ging ik ter plaatse onderzoek doen en ik kan aan mijn twee lezers zeggen dat op het eerste zicht in Plopi niet veel te beleven valt. Er is een superette, een klein gemeentehuis annex postkantoor en er zijn twee horecazaken. Het ene etablissement is een café met de naam 'Slivovar Dolina'. Dat is Russisch voor Pruimendal.

Iets verder kan je eten, in een brasserie die 'Krivoj Polzunok' heet. Dat kan je vertalen als De Scheve Schuif en in Plopi spreken alle inwoners Russisch. Praat er beter niet in het Moldavisch, want dan word je niet recht aangekeken. Eén derde van alle inwoners van gans Transnistrië is trouwens Russisch. Niet dat ik je met al te veel weet-je-datjes wil overladen. Als laatste fait divers wil ik je nog vertellen dat brasserie De Scheve Schuif ook een feestzaal heeft waar o.a. trouwfeesten en rouwmaaltijden gehouden kunnen worden.

Het is de enige zaal in Plopi die groot genoeg is om een veiling te houden en op die aprilse donderdag zaten de heren Couckcouck en Hoerbon daar dus. Op de eerste rij. Om een slag te slaan. Want aan de rand van Plopi staat het Laboratorium Nikolai Valivov & Aleksandr Bazarov en daar worden experimenten gedaan van een soort buiten categorie.

Dat kan daar, volledig legaal, want Transnistrië is door geen enkele andere staat erkend. Behalve Rusland. Men hoeft er zich dus niet te houden aan geen enkel internationaal verdrag betreffende whatsoever en Tanguy wist dat.

Hij had er ooit azijn gesleten aan een augurkenfabriek in Dimitrova. Hij kende dus de streek en wist van het laboratorium. Maar ik wil niet afdwalen. Enkel vertellen wat er gebeurd is na die walsing aan de Ezelpoort.

Ik had Tanguy zijn armen en zijn poten er afgereden. Met een pletwals. Dat weet je en ze hadden zijn stompjes netjes dichtgenaaid in het AZ Sint-Jan. Ik dacht dat hij daarna wel ging creperen en toen hij op een doemdag in Beernem verscheen, hebben Prudence en ik er alles aan gedaan om zijn lot correct te bezegelen.

Maar hij wilde krijt noch eigen schijt ruimen. De aap bleef hoop verkopen aan de vliegen van één dag en het is typisch voor barbaren. Ze zien graten in dikkoppen en al sla je ze gezwollen ogen. Ze blijven spreken, zeggen, dat spleetoogjes dieper in muisjes kunnen kijken dan een zwengel met een blinde, paarse kop.

Hij moet het telefoonboekje van Tartarus gejat hebben en het was een garagist uit Transnistrië, die in Roeselare twee autowrakken kwam opkopen. Op een dag en hier bij ons, te Beernem nam hij staaltjes mee van Tanguy.

In een frigobox. Tanguy had van zijn linker pink het derde kotje afgesneden en twee kleine potjes had hij gevuld. Het ene met bloed. Het andere met wat sperma. De kreupele zegt dat die garagist Vitali heette en dat die Vitali die frigobox moest afzetten in Popli, bij het dat Laboratorium, van Nikolaj en Aleksandr, van Valivov en Bazarov.

Vitali moest dan wat geduld hebben. Hij ging zijn centen pas krijgen na dat bewuste telefoontje uit Popli. Da, da, yes, okay, da, da, just a simple clone, klonk het een week later in de oren van Tanguy en Vitali is dan weer afgekomen naar Beernem. Voor een envelope en hij moest rap weer weg.

Naar Ledegem. Een Massey Ferguson voor een ponyboer ging hij laden. Ook een geaccidenteerde Touareg. Ja. De kreupele weet echt alles en hij lacht als hij zegt dat hij gisteren zijn schoenen kon afvegen aan een platgereden egel. Hier aan de oprit van onze Kliniek voor Zenuwziektes en Andere Nare Aandoeningen.

Eén goede raad. Neen! Twee! Kom hier nooit en probeer geen handenstand tegen een regenboog. Mislukkingen zijn schering en inslag wanneer men de grenzen van het bestaan opzoekt. Je had zijn gezicht moeten zien. Groen was de blik van Tanguy toen hij die foto's kreeg uit het laboratorium.

Er zat een korte brief bij van Aleskandr Bazarov. Een beter resultaat hadden ze niet kunnen bereiken. Het creatuur op de foto had dan wel die typische brede onderkin en nekkwabben van een walruskind, maar voor de rest leek het wezen meer op een reptiel.

De kreupele beweert dat hij nog altijd copies heeft van die foto's. Hij zegt dat het schepsel veel weg had van een monster. Zoals er één afgebeeld staat op de cover van Vaarwel Krokodil, of de Prijslijst van het Hoerenkot.

De kreupele pronkt graag met die prent. Je ziet op die afbeelding hoe een auteur zichzelf probeerde te tekenen. Het is ongewoon en misschien toch kenmerkend. Een schrijver met een parkerpen achter het oor, die zijn fluit in het luchtgat van een dolfijn met alligatorpoten steekt.

Het resultaat van de poging tot klonen was dus monsterachtig. Dat was een dreun voor Tanguy. Eindelijk, en een week later heb ik beslist om hem defintief om te leggen. In de tussentijd zat de kreupele niet stil. Hij is immers een bedelziel die uit is op centen en centwafers.

Hij weet dat er een markt is voor opvallende misbaksels uit Plopi en wie kent hem niet. Hans Hoerbon is een havik uit Baardegem die zijn trots verloor in de Westhoek. Hij heeft een fortuin vergaard op de rug van kinderen. Hondenworst voor kleuters. Koekjes. Megawendysuiker. Palmvet in kabouterdozen. Dat is samengevat het recept.

Nog wat kreupel gezang erbij. Een gnomendansje. Honderd trapjes naar een troon in een pretpark en daar komt dat goed van pas, zo'n Monster uit Plopi. Dat lokt meer geld dan bijen. Vanzelfsprekend. De kreupele is leep. Aan mijn twee lezers hoef ik dat niet meer uit te leggen en de sleeppoot heeft ook meneer Couckcouck honger doen krijgen.

Markus Couckcouck is een nog grotere geldzot dan die Hans. Hij denkt dat een Vlaming een stukje Brussel kan kopen. Bartje zou juichen. Markus is dwaas. En toch. Markus is rijk. Niet alleen dat. Markus is net als Tanguy, een walruskind met nekkwabben.

Markus heeft ook een eigen dierentuin en wat wil elke zoo? Juist. Zottigheden. Beesten waarvan de mensen zeggen: Ziet da' nu. Zoiets brengt geld op en dan maken ze selfies. Kiekjes om losweg te verspreiden. Met een onderschrift dat leuk is zonder letters en de kreupele doet niets gratis. Hoerbon en Couckcouck moesten betalen. Op voorhand. Cash. Gewoon voor een adres. 

Brasserie De Scheve Schuif. Plopi. Transnistrië. Zesduizend euro voor zes woorden waarvan één lidwoord. De datum was gratis en ze zaten op hetzelfde vliegtuig naar Tiraspol met tussenlanding te Volgograd. Markus en Hans, maar Markus heeft het meest geboden en het stond duidelijk op dat papier van die man in notarispak.

Transportkosten inbegrepen. Maar de chauffeur heeft zijn bidon niet goed gespoeld. Elk wezen krijgt ooit dorst en AdBlue is vergif. Van dat goedje is niet veel nodig om een beest dood te krijgen. Dat brengt me trouwens op een idee. De kreupele moet ik ook nog om zeep helpen. Stoere gierigaards durven alles drinken. 

AdBlue Curaçao. Volgende zomer. Met een papieren miniparasolletje. Met een schijfje troostcitroen en die tralala was niet eens nodig voor dat mislukt reptiel uit Plopi. Het stierf op een parking. Langs een autostrade in Roemenië. Waar niet eens verbrandingsovens zijn.

Daar maken ze gewoon een put. Voor de doden. Voor de brol. Voor curosia uit Plopi. Voor de pech van Markus. Dag meneer Couckcouck. Geboren te Gent. Verkoper van voetbaltruitjes aan de poort van een zoo te Zottegem. Voorlopig nog. Want elke duikelaar krijgt ooit te veel lood in de schoenen. Ja. Hij weet het. Ook waarom hij geen strandstoel krijgt in Oostende en omdat het daar minder stinkt. Zit een deel van zijn geld onder de grond. Ergens in Roemenië. In een kuil. Niet eens halverwege, tussen Plopi en Wonderlecht.

 

 

uit de reeks 'Residu'

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

27 okt. 2020 · 35 keer gelezen · 1 keer geliket