dichten is een holte
tot het zwart op de lippen
het jaagt op wind tot het waait
dood uit de takken slaat
de boom die zich leegt
van het schuddebuiken
en ik ongewis van de gestalten
heel heel langgerekt
wezen in naadloze vormen
werkelijkheid en enig besef
het bloed pompt als zand
door veel te nauwe buizen