een van de zaken die maken dat ik geluk verzin
is de adem in mijn hoofd
de adem die ik de pas niet afsnijd
tijdens het bedenken word ik landschap, passende schemering
de lede ogen van een arend, in het meer
het been van een vis
in mijn hoofd zoeken radiogolven de berg waarop ik wil staan
roepen; een uil die de lucht vult
een uil die diepte ziet in de uitgesneden hals van een mezzosopraan waar de aria
een weg naar buiten vindt
ik verzin een dans met Lutz Förster, concentreer me
zie je?
ik word naar het bos gedreven
over de grond schuifelen de bomen
in handen van een groep word ik instrument, opgeblazen, opengereten, in een put gesmeten
ik word gedicht
de klep van een piano