Dat ik niet zo'n romantisch type was. Enfin, dat dacht ze toch, ook al kende ze mij niet echt.
Soms hoop je dat een gesprek anders gaat dan het gaat, maar soit, ik moest toch hoogdringend wat anders gaan doen, en je weet nooit zeker wat beter is in een eerste gesprek. Vragen stellen, of antwoorden geven.
We babbelden wat na over een theaterstuk dat we net hadden gezien. Een man zat zwijgend te roken, en een vrouw in badpak gebruikte een tafellaken als trouwjurk. Er was water. Niet zo heel veel water, maar toch genoeg om de vrouw in het badpak, opgeplooid in een kleine afwasteil, zeiknat te maken.
Gepraat werd er eerst niet, en toen het wel gebeurde, helemaal op het einde, ging het fout. De relatie tussen de vrouw en de man, waarvan verschillende episodes werden uitgebeeld via lichaam, water, en een occasioneel streepje muziek, bleek vooral veel baat te hebben bij stilte.
Praten leidt alleen maar tot misverstanden, dat is duidelijk. Zoals dat ik niet zo'n romantisch type ben, wat dan misschien wel waar mag zijn, maar toch niet noodzakelijk de eerste waarheid die ik over mezelf zou vertellen. Er is zoveel wat fout kan gaan bij praten. Ongepaste woorden, zinnen die opkrullen waar je ze recht wil, en om het dan allemaal nog in de juiste volgorde te vertellen ... Praten is tricky business.
Je weet ook nooit of de andere wel echt luistert.
Nee, dan zijn toneel spelen en schrijven makkelijker. Je kan repeteren en bijschaven, en dan komen mensen uit vrije wil tot bij jou, uit nieuwsgierigheid, gretig om vermaakt te worden, geraakt misschien wel. Al brengen ze natuurlijk wel steeds hun eigen leven, verwachtingen, en beperkingen mee. Ze missen veel - zo vraag ik me nog steeds af waarom die zittende, zwijgende man per se een nat t-shirt moest aantrekken, als het niet was voor de geweldige splash die je krijgt wanneer je met een nat t-shirt op een podium slaat.
Communicatie is vaak een amechtig gedoe. Maar ik moest dus gelukkig hoogdringend iets anders gaan doen. Ik maakte de twee sloten van mijn fiets los, en vertrok. Dat doe ik niet zo vaak, fietsen in de stad, ik vind het gevaarlijk, vooral omdat ik al fietsend heel makkelijk in een contemplatieve bui kom.
Dat was deze keer niet anders, en terwijl ik flink door trapte vroeg ik me af waarom het woord hoogdringendheid zo'n statige klank heeft. Het mist de noodzaak van urgentie, toch bijna een synoniem, ik koppel het niet aan de snelheid waar het recht op meent te hebben. Misschien is het besmet door buren als hoogachtend, of hoogdravend.
Ik liet me net op tijd door een rood stoplicht terug naar de werkelijkheid roepen, en staarde naar een gordijn dat opwaaide als een zomerjurk. Maar ondanks deze tegenslag was ik nog op tijd ter bestemming. Een nog kleiner theaterzaaltje, waar een muzikaal belevingsspektakel op me wacht.
Onder de in totaal negen toeschouwers herken ik met een schokje mijn gesprekspartner van daarnet, die er op bovennatuurlijke wijze in geslaagd is om voor mij aan te komen. Maar nog voor ik mijn keel kan schrapen worden we vriendelijk verzocht onze schoenen in te ruilen voor teenslippers - gegeven de sokken die mensen dragen (ik) of nylons (mijn gesprekspartner), een idee wat niet helemaal doordacht blijkt.
Zo geschoeid worden we naar boven geleid. De eerste halte is de diepzee. De duistere soundscape licht op, geblurb weerklinkt in de muziek. Papieren vissen zwemmen tussen ons door, en een stem vertelt een verhaal over de bereikbaarheid van het onbereikbare.
Een deur verder blijkt een basblokfluit spelende man zich schuil te houden onder een laken, waar hij bezocht wordt door een lenige danseres. Daarna gaat het snel. We verlaten de diepste zee, en bevinden ons in een basiskamp, klaar om de hoogste bergtop te lijf te gaan. Daarna, zo lijkt het, na die ultieme climax, gaan we definitief in het niets op. Dat is vorm gegeven als een paar matrassen op een podium, en bestaat uit bezwerende postrock doorsneden met lachsalvo's.
Dan mogen de schoenen weer aan.
Een bar was er niet, dus daar stond ik weer met de sleutels van mijn fiets in de handen. Natuurlijk was er wel weer wat hoogdringends wat ik moest doen, maar veel zin had ik daar niet in. Alles is bereikbaar, maar de prijs is hoog, was de boodschap van deze performance, en zwijgen is beter dan praten, had het eerste stuk me geleerd.
En ik was sowieso al niet zo'n romantisch type. Een namiddagje theater, en alles wat ik voor waar hield, en waar ik zo hoogdringend mee aan de slag moest, was genadeloos naar de prullenmand verwezen.
De fietstocht naar huis beloofde gevaarlijk te worden.
Dirk Van Boxem
meer op www.bijgekleurd.wordpress.com