van de zolder komen vreemde geluiden.
ik neem de kleine trap en open het luik.
muizen vluchten naar de plinten
de spin heeft een wiel geweven,
de houtworm knaagt aan het gebinte.
mer de zaklamp werp ik een kegel in het stof.
als de oorlog uitbreekt kan ik hier onderduiken
tussen archiefdozen met vergeelde reisgidsen.
de projector met een half afgewikkelde filmrol
modelvliegtuigen, door mijn zoon gebouwd,
aan de balken gehangen en aan de duisternis gelaten.
op zolder kan ik herinneringen lozen,
van de klopgeesten verder geen spoor.