Ik luister naar een lied,
Radiohead denk ik zoals je
soms dingen weet zonder
ze geleerd te hebben.
Misschien omdat het klinkt zoals jij
op een doordeweekse dag, melancholie
tussen de regels lees ik verdriet,
je verbiedt me dieper te graven.
Ik zeg dat er een dag komt dat alles
beter wordt, probeer de afgrond
in je blik te negeren, de val
die je amper camoufleert.
Terwijl Radiohead zingt over invallende
kaartenhuizen, tracht ik het mijne
overeind te houden, krampachtig
met krommende vingers, stramme
handen streel ik je krullen, weerbarstig
buig je je hoofd. Kijkt
me niet aan.