zonder elkaar
raakte ik verslaafd
aan de herinnering
van voldaan gelaafd
aan het zout en de zon
in je halskuiltje
warm en gelaagd
nu het weer kan
speur ik vergeefs
naar het zilte pad
in je tuin
ik weet niet meer
hoe het moet
en doe me
laveloos tegoed
aan elke vezel
van m'n faalmoed