Dit overmaatse huis, onwrikbaar,
tussen het openlopen van de morgen,
het slapen van de avond.
Dit lege, door stilte overvallen huis
draagt tekens van eer en leed
en ademt. Ademt op een metrum
dat soms het ritme overheerst.
En hoest, en schreeuwt en stilt.
Hier wonen de kinderen,
hier komen ze thuis, ontluiken.
Laten in de kamers hun nesten.
Dit overvolle huis,
het leeft.