“Je krijgt nooit de regel te zien, altijd de uitzondering.” Het was Rob Wijnberg, een fijne Nederlandse journalist die het ons in de krant vertelde. “Als het bloedt, haalt het de voorpagina”, voegde hij er aan toe. “Terwijl je nooit iets ziet over wat goed gaat. Op die manier maakt nieuws de mensen pessimistischer.” Hij haalde me de woorden uit de mond. Geen wonder dat de angst regeert. Gelukkig ontdek je in de kleine artikels af en toe nog een “man bijt hond” verhaal. Zo las ik het artikel over de Boeddha die ze in Hasselt over de daken zagen zweven. De Limburgse provinciehoofdstad was bijna het Banneux of Lourdes voor de boeddhisten.
Achteraf bleek het geen verschijning te zijn. Een Chinees restaurant had een 4 meter grote en 250 kilogram zware Boeddha besteld en die kregen ze met de aanhangwagen niet op het terras. Er moest een kraan aan te pas komen. Maar goed dat ze op bol.com geen lachende Boeddha besteld hadden. Dat zijn immers de dikbuikige Boeddha’s en dubbel zo zwaar.
Ik ga u het verschil tussen de Boeddha’s besparen, maar het was zowaar op een feestje dat ik met ze in aanraking kwam. Afijn, niet met de dikbuikige Boeddha’s op zich. Laat me u gewoon het verhaal vertellen. Ik vond dat één van de aanwezigen op het feest me een beetje aanstaarde en vertelde dat later ook tegen mijn vrouw. “Ge weet toch uit welk land die mevrouw komt”, antwoordde ze me. Het bleek dat ze in een land woont waar het boeddhisme de belangrijkste religie is. “Als ze over de buik van Boeddha wrijven, brengt dat geluk. Ze had wellicht een keer graag over uw buik gewreven”, plaagde ze me. Enig zoekwerk leerde me dat een ronde buik voor de boeddhisten inderdaad symbool staat voor geluk en rijkdom. “Aai hem één keer per dag over zijn buik en je kansen op fortuin worden groter”, las ik. Mijn antwoord was dat mijn buik helemaal niet zo dik is. Wel had de mevrouw een keer mogen wrijven, op die buik die helemaal niet zo dik is, want ik gun iedereen zijn geluk.