Ik schrijf een gedicht voor je
En ik hoop dat je het leest
Al heb ik niets te vertellen
Ik schrijf dit met een podcast op de achtergrond
Buiten is er een zwart, klein vogeltje op de muur
Het zwart, klein vogeltje vloog weg
Het contrast met de grijze lucht
Hij is terug
Ik zie het kakken
Ted snurkt
Er was ook een roodborstje
Terwijl ik; "Ted snurkt" schreef, was het al weggevlogen
De podcast gaat over verhalen schrijven
Over three act structures
Maar ik denk niet dat het Ted interesseert
Die slaapt en snurkt en droomt misschien
Het is koud geworden in de auto
Dan rij ik weg
Het gedicht klinkt zo
Nog nooit zag ik je
Als een koningin
Waardig, zo waardig
Geen aardige waardin
Je had zo kunnen lachen
En een ijsberg doen smelten
Maar je dacht aan de natuur
En paradeerde met je stelten
En Teddy zit in de auto
Hij wordt stilaan wakker
En ik wil rijden naar het eind van de wereld
Waar wij terug kunnen lachen