In hoe zij fietste herkende ik jou,
zoals je altijd met die onmenselijk
grote versnelling naar het werk
vertrok, dat klopte niet, dat kon
het kleinste kind wel zien. Ach,
het ligt aan de fiets, dacht ik nog,
en maakte een nieuwe tekening.
In hoe zij fietste herkende ik jou,
zoals je altijd met die onmenselijk
grote versnelling naar het werk
vertrok, dat klopte niet, dat kon
het kleinste kind wel zien. Ach,
het ligt aan de fiets, dacht ik nog,
en maakte een nieuwe tekening.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.