lege regels treden naar binnen
worden beschilderd door vergoten dallen tranen
die me aanmanen
te trappelen en stromen door hun wateren
in schoolslag zwem ik
gehoorzaam naar de bron
van al wat het leven niet laten kon
een middernachtvlinder strijkt neer
op de contouren van een rots
omgeven door bakens licht en bladeren, snerpende stralen
landen doet ze
op gevoelige snaren
mijn handen neemt ze in de hare
en maakt een kommetje
voor al het water
dat ik alleen niet kan dragen
voortaan vallen haar vleugels open
in meanderende witruimte
druppels vallen één per één op lege regels
spelen met inkt die er al stond
schrijven vergt zwemmen, hoor ik gefluisterd worden
naar de bron
van al wat het leven niet laten kon